Inmiddels weet ik al een paar weken dat ik ziek ben. Sindsdien is er veel over mij heen gekomen. In mijn hoofd speelt het eigenlijk de hele dag wel rond. Veel mensen uit mijn omgeving vragen zich af hoe het met mij gaat en wat er allemaal aan de hand is. Hoe het kan dat ik ineens ziek ben en of ik nog wel beter ga worden. Het is fijn als mensen in je omgeving meeleven en begrip tonen voor de situatie. Toch merk ik ook veel onbegrip, want echt begrijpen wat ik doorsta doen er niet zoveel. Dit kan ik men ook zeker niet verwijten, want tot voor kort begreep ik zelf denk ik niet helemaal wat een ziekte met een mens doet. Het lastige is natuurlijk ook dat ik onzichtbaar ziek ben. Je ziet het namelijk niet aan mij. Dit maakt het misschien nog lastiger om het te begrijpen.

Ziek zijn heeft zoveel verschillende kanten. Aan de ene kant is dit het slechtste wat mij is overkomen. Het is onvoorstelbaar dat je weet dat je ziek bent en nooit meer helemaal gezond zal zijn of worden. Dat is iets wat je eigenlijk niemand gunt. Van dag tot dag aankijken hoe het gaat en wat je kan gaan doen. In je hoofd een hele waslijst aan taken hebben en er dan maar één van uit kunnen voeren. Ergens is het frustrerend maar je moet je er maar bij neerleggen. Wachten tot het beter gaat.

Toch haal ik uit het ziek zijn ook het positieve. Ik heb er nu niet veel aan, want het brengt een hoop frustratie met zich mee. Op dit moment kan ik er namelijk nog weinig tot niks mee, maar ik merk dat ik levenslustiger ben geworden sinds ik ziek ben. Ik ben het leven meer gaan waarderen. Vroeger deed ik wat ik moest doen en wat er van me verwacht werd. Ik doorliep de dingen die ik moest doen en had niet echt dingen die ik in het leven wilde bereiken. Nu kijk ik uit naar de toekomst en zijn er dingen die ik graag nog zou willen doen. Ik krijg zin om doelen te stellen en mijn leven nuttiger in te delen. Te genieten van de kleine dingen in het leven. Het leven is te kort om er niet van te genieten.

Vaak krijg ik de vraag hoe het gaat. Naar omstandigheden gaat het redelijk. Ik zou heel graag willen zeggen dat het goed gaat, maar dat gaat het nog niet. Ik kan namelijk totaal niet doen wat ik zou willen doen en dat frustreert. Men zegt dit te begrijpen en vaak krijg ik de opmerking rustig aan of doe voorzichtig. Ik weet dat ik rustig aan moet doen en ik weet dat ik niet meer moet doen dan dat mijn lichaam aan kan. Dat is nou juist mijn probleem. Ik wil zo graag en ik moet nu prioriteiten stellen. Aan wat geef ik de voorkeur om te doen, want als ik dit heb gedaan dan kan ik dat niet meer doen. En dat terwijl ik eigenlijk alles graag zou willen doen.

Soms ben ik er aan toe om gewoon even alles te vergeten en te ontkennen dat ik ziek ben. Even alles te laten voor wat het is en niet bij de ziekte stil te staan. Even weer ik te zijn zonder die stomme ziekte. Niet te hoeven 'klagen' en gemeend te kunnen zeggen dat het goed gaat. Gewoon even een dag kunnen doen wat ik wil, zonder dat mijn lichaam protesteert. Dit is alleen iets wat onmogelijk is, doordat mijn lichaam dat nog niet toestaat.