De laatste dagen begint de klap te komen dat ik weinig kan. De frustratie begint toe te nemen. Als ik even de deur uit ben geweest, ben ik vervolgens veel te moe om nog wat te doen. Zo heb ik vandaag op mijn vorige stage bij 2 klassen feedback teruggegeven op een opdracht. Mezelf weer even nuttig kunnen maken en weer even in de rol van een docent kunnen kruipen. Gezellig bijgepraat met collega’s. Ik ben welgeteld anderhalf uur op school geweest, maar heb vervolgens 6 uur moeten slapen om weer bij te trekken. Maandag en dinsdag wil ik graag naar school, maar ik weet nu al dat ik vervolgens weer veel tijd nodig heb om de vermoeidheid te boven te komen. Ik wil graag mezelf weer nuttig maken, alleen wetende dat dat nog niet gaat begint te frustreren.

Ook de bank ben ik inmiddels zat. Er zijn genoeg dingen die ik zie en wil doen, alleen me er toe zetten om het te gaan doen lukt op dit moment gewoon niet. De vermoeidheid is constant aanwezig. Op zich gaat het best goed als ik onder de mensen ben en dan lukt het wel even om mijn gedachten te verzetten. De momenten alleen zijn het ergst. Die laten mijn hoofd malen met van alles wat ik zou willen en moeten doen en geven een schuldgevoel dat het dan nu even niet gaat. Het maakt me moe, soms misschien wel een beetje boos. Dan lig je met je 24 jaar alleen maar op de bank en kun je niks. Dat terwijl het leven gewoon doorgaat, waar ik stil sta.

Ik weet dat ik er niks aan kan doen en het overmacht is. Ik weet dat ik me erbij neer moet leggen en hopen dat er snel een behandeling is, zodat ik weer meer kan doen. Ik weet ook dat ik positief en optimistisch moet blijven. En over het algemeen lukt me dat zeker wel, maar soms zie ik het even somber in. Soms komt die klap even van wat ik eerst allemaal kon en nu niet meer. De hoop dat het snel weer gaat.